Offshore Wind
Referenties
Na de gunning in november 2020 van de contracten voor Dogger Bank A en B, heeft Dogger Bank Wind Farm nu met het consortium Sif-Smulders het contract getekend voor de fabricage en levering van alle funderingen voor de Dogger Bank C-fase van het project. In totaal zullen Sif-Smulders dus 277 monopiles en transition pieces produceren, goed voor 390 kton staal.
Het Dogger Bank Windmolenpark wordt ontwikkeld in drie fasen - Dogger Bank A, Dogger Bank B en Dogger Bank C - die meer dan 130 km uit de kust van Yorkshire liggen. Gezamenlijk zullen zij het grootste offshore windmolenpark ter wereld worden.
Dogger Bank A en B is een joint venture tussen SSE Renewables (40%), Equinor (40%) en Eni (20%). In november 2021 kondigden SSE Renewables en Equinor, 50:50 joint venture partners in Dogger Bank C, aan dat Eni een belang van 20% zal nemen in de laatste fase, waarbij SSE Renewables en Equinor elk een belang van 40% behouden, in een deal die naar verwachting in Q1 2022 zal worden afgerond (afhankelijk van Dogger Bank C Financial Close en goedkeuringen van toezichthouders).
Dogger Bank C zal, net als A en B, een capaciteit hebben van 1,2 GW. Gecombineerd zullen ze een geïnstalleerd vermogen hebben van 3,6GW en in staat zijn om 6 miljoen Britse huishoudens van stroom te voorzien. De waterdiepte bij Dogger Bank varieert tot 31 meter. Elke fundering bestaat uit een monopile en een transition piece.
In het projectspecifieke consortium Sif-Smulders is Sif verantwoordelijk voor de fabricage en levering van monopiles en primair staal voor de transition pieces, en voor de marshalling van alle funderingscomponenten op de terminal Maasvlakte 2 Rotterdam. Smulders zal het secundaire staal fabriceren en de volledig uitgeruste transition pieces monteren, coaten en testen.